afb. 10 april 1949
‘Piet Dumernit kwam heel dicht in de buurt van de prestaties van den Dré’Tot 1951 zijn in de Nederlandse competitie alleen invallers toegestaan als de aanvoerders het vooraf daarover eens zijn en de scheidsrechter de overtuiging heeft dat er sprake is van een blessure. Daarna mag de doelman worden vervangen, mits hij geblesseerd is, plus twee veldspelers van wie maximaal één na de rust. Reservespelers tellen dus nauwelijks mee in de jaren dat BVV drie keer de districtstitel binnenhaalt en in 1948 landskampioen wordt. Ze komen maar sporadisch aan bod, ze worden zelden genoemd bij de opstellingen in de krant.Het is een ondankbare rol voor Piet Dumernit, de reserve-doelman achter Dré Saris. Geen enkele keer komt hij in actie tijdens het seizoen 1947-1948. Pas op 31 oktober 1948 mag Dumernit, geboren en woonachtig in Eindhoven, bij de wedstrijd BVV - NAC het doel in. Zonder zijn naam te noemen steekt Het Huisgezin hem vooraf een hart onder de riem. Met als kop ‘Goed reserve-materiaal onontbeerlijk’ schrijft de krant: ‘De ontmoeting Luxemburg - Zuid-Nederland heeft drie slachtoffers gevraagd van BVV, namelijk Saris, Van der Sluijs en Huijbregts, die naar ons ter ore komt zondag vermoedelijk nog niet hersteld zullen zijn. Het was dan ook redelijk dat BVV het KNVB-bestuur om uitstelling van de ontmoeting vroeg. Dat de KNVB dit afwees is eigenlijk niet geheel reëel. Want het ging er in Luxemburg om het rood-wit-blauw hoog te houden, dus ook de eer van de KNVB. En dat in die wedstrijd drie BVV’ers geblesseerd raakten, is toch wel een heel aannemelijke grond voor uitstel. Hoe het ook zij, BVV speelt morgen hoogstwaarschijnlijk met drie invallers. Een heel zware dag belooft het dus te worden voor Rood-Zwart, maar nu zal moeten blijken of BVV de opengevallen plaatsen kan aanvullen met goed materiaal uit de reserves.’ Op zondag blijken Cor Huijbregts en Piet van der Sluijs gewoon te kunnen spelen. BVV wint met 4-0, niemand mist Dré Saris. Het Huisgezin: ‘Opmerkelijk is het goede reserve-materiaal waarover BVV beschikt. Wij schreven hier zaterdag al over en men behoeft hiervoor geen vrees meer te hebben. Dumernit was een goede vervanger van Saris en kwam heel dicht in de buurt van de prestaties van den Dré.’ Een week later is Dré Saris hersteld en moet Piet Dumernit zich weer schikken in zijn rol als bankzitter. Pas in de derde ronde van de kampioenscompetitie in 1949 wordt Dumernit weer ingezet, eenmalig. Thuis tegen de latere landskampioen SVV hikt BVV tegen een achterstand aan (0-2). Dré Saris klaagt over kniepijn en valt uit. Met Dumernit houdt BVV het doel schoon en komt het nog tot een gelijk spel: 2-2. In de zomer van 1949 neemt BVV deel aan een toernooi op Curaçao waar vier wedstrijden in twee weken tijd wachten. Piet Dumernit wordt als tweede keeper in de selectie van 16 spelers opgenomen. Als dienstplichtig militair krijgt hij geen toestemming voor verlof in het buitenland. Dumernit wordt vervangen door Harrie Weber, een verdediger. Een andere reservekeeper wordt niet nodig geacht. Tegenover het gemis van de Antillen-trip staat voor Dumernit dat hij in zijn diensttijd drie interlands speelt als doelman van het Nederlands Militair Elftal. Een jaar later kiest Piet Dumernit via een kortstondige tussenstop bij Zwaluw VFC in Vught voor een overgang naar Willem II. In zijn eerste seizoen bij de Tilburgse club speelt hij vier competitiewedstrijden. Na drie seizoenen bij Willem II gaat Dumernit verder bij Wilhelmina waar hij gedurende vier jaar meestal reservekeeper is achter Jos Wap. Piet Dumernit is 30 jaar als hij afscheid neemt van het betaald voetbal en in Eindhoven het doel van amateur-tweedeklasser Woenselse Boys gaat verdedigen. Hoe het met hem verder gaat is onbekend. | 221 |
Henk Mees, De vergeten kampioen : BVV in 1948 (2024) 114, 221-222